Gaan we aan de grond lopen?

De wind fluit door de touwen en er klappert van alles tegen de mast. Regen striemt in mijn gezicht als ik naar de boeg loop om te controleren of het anker het houdt. De golven zijn zeker anderhalve meter hoog en schuim vliegt door de lucht. Ik proef het zout, zie het woeste water, krijg een droge mond en een wee gevoel in mijn buik van de spanning in mijn lijf.

Het is aardedonker, om vijf uur ’s middags, op het Grevelingenmeer. Het eilandje, waarachter ik veilig dacht te ankeren, biedt geen beschutting meer tegen de bui die ons overvalt. De wind die onder de bui vandaan komt is plotseling gedraaid, het onweert en stortregent en de golven komen over het Grevelingenmeer op ons af. De boot ligt te steigeren achter het anker. Achter ons is het ondiep en als het anker het niet houdt, lopen we aan de grond. Ik kijk op de buienradar en zie dat deze bui in alle hevigheid dwars over ons heen gaat komen De wind trekt nog wat verder aan. Rondom ons halen andere schippers hun anker op om naar een haven te vluchten. Ik besluit dat wij dat niet doen, het is te gevaarlijk om met de hand nu de 16 meter ketting binnen te halen op een stampende boot.

 ‘Houdt het anker het?’ Mijn vrouw en zoon kijken zorgelijk. ‘Ja’, antwoord ik kalm. ‘Als het nodig is kunnen we de motor nog bij zetten, zodat we het anker ontlasten.’ Kalm blijven, rustig doorademen en na blijven denken. Dat is het devies weet ik inmiddels.

Ineens moet ik denken aan kapitein De Graaf waarmee ik – als leerling stuurman – ooit gevaren heb. Hij was bang voor ankeren en bang voor aanleggen in de haven. Hij werd al nerveus als we in de buurt van land kwamen. Wij – de bemanning – vreesden zijn uitbarstingen als hij zenuwachtig was, want dan moest alles en iedereen het ontgelden. Iedereen voelde de onrust en er werden onnodige fouten gemaakt. Van kapitein de Graaf leerde ik dat een leider in paniek niet leidt maar zorgt voor onveiligheid. Dat kan zeker op zee grote consequenties hebben. Daarom weet ik dat ik nu in deze storm kalm moet blijven, rust moet uitstralen, ook als ik een droge mond heb en een wee gevoel in mijn buik. Tegenwind, zeker als die onverwacht opsteekt, daagt mij als mens en leider uit. Ik erken dat ik het spannend vind, maar laat me niet gijzelen door mijn emoties.

Intussen geeft het anker geen krimp en langzaam trekt de bui over. De motor was niet nodig. Mijn vrouw en zoon zijn zichtbaar opgelucht. Ik ben blij dat we zijn blijven liggen en geen extra risico hebben genomen. Het Grevelingenmeer komt tot bedaren en de avondzon krijgt weer ruimte na de bui. Het is tijd voor een drankje op het achterdek en in gedachten proost ik op kapitein De Graaf die me zoveel geleerd heeft over leiderschap.

Foto: Kalmte na de storm…